19 dec Neurodiversiteit is noodzaak
Neurodiversiteit betekent: verschillende manieren van denken. Maar waarom is dat nou zo belangrijk? Neurodiversiteit zorgt ervoor dat de mens als soort kan groeien en overleven. Hoe zit dat? In de oertijd waren wij mensen actief in zogenaamde jagers en verzamelaars groepen van circa 30 tot 50 personen. Iedereen had zijn eigen rol en verdiende daarmee zijn of haar plek in die groep. Er waren vechters, jagers, verzamelaars, vuurmakers, kleermakers, regelaars, bemiddelaars, koks en waarschijnlijk ook grappenmakers en verhalenvertellers. In die groepen zaten ook mensen met eigenschappen als ADHD, autisme, hoogbegaafdheid, hoogsensitiviteit, dyscalculie en dyslexie. Oh nee, dyslexie en dyscalculie waren nog niet ontdekt want er waren nog geen cijfers en letters Waarschijnlijk waren zij de verhalenvertellers want zij zijn van nature vaak creatief en denken in beelden. Dat was zolang er geen schrift was juist heel handig. Tegenwoordig worden dyslexie en dyscalculie juist als een handicap beschouwd. Net als ADHD: dit is tegenwoordig een handicap of een ziekte. Want een ADHD-er is druk, snel afgeleid en een ongeleid projectiel. Maar bij de jagers verzamelaars waren dit de groepsleden die in een crisissituatie (oorlog met andere stammen, jagen, onderlinge meningsverschillen) juist heel goed functioneren omdat ze juist onder spanning het best uit de verf komen. Maar als alles op rolletjes liep vond iedereen het prima dat ze een beetje aan het dagdromen waren. En hoogbegaafden worden nu vaak als lastig, eigenwijs, niet communicatief beschouwd maar destijds waren het de wijze mensen in de groep waar je voor raad naar toe ging en die nieuwe gereedschappen bedachten. En de mensen met autistische eigenschappen? Destijds werden ze gewaardeerd voor hun nauwkeurigheid bij het maken van wapens, gereedschappen of kleren. Tegenwoordig zijn ze lastig omdat anderen het ingewikkeld vinden met ze te communiceren. Het leven van de jagers verzamelaars was natuurlijk heel anders dan nu. Onze moderne uitdagingen zijn: uiterst complexe organisatievormen, exponentiële toename van technologische ontwikkelingen en informatiestromen. Daar ondervinden we veel stress van. Ons antwoord op die stress is: protocolisering, bureaucratisering, standaardisering en normering in denken en doen. De vraag is of we daarmee onze huidige sociale, maatschappelijke, ecologische en economische vraagstukken op kunnen lossen en als soort kunnen voortbestaan. Want maken we daarmee niet een enorme denkfout? Worden die problemen niet juist veroorzaakt door datzelfde standaard denken. Einstein zei dat ook al:
“We can not solve our problems with the same thinking we used when we created them.”
Om onze huidige problemen op te lossen moeten we juist andere manieren van denken gaan gebruiken. Net zoals de jagers en verzamelaars dat deden in de oertijd. Waar zijn die andere manieren van denken te vinden? Precies: bij de mensen die afwijken van de standaard. 1 op de 10 mensen behoort tot deze categorie. Dit zijn mensen met eigenschappen zoals we ze nu noemen AD(H)D, hoogbegaafdheid, hooggevoeligheid, autisme, dyslexie, dyscalculie, e.d. of een combinatie daarvan. Alleen als we die mensen in hun kracht zetten en net als in de oudheid echt mee laten denken en doen, kunnen we als ons als mensheid ontwikkelen, groeien en voortbestaan. De enige vraag daarbij is in hoeverre wij met z’n allen bereid zijn soms wat eigenwijsheid, dagdromerij en onenigheid van elkaar te accepteren. En erachter te komen dat wij daar zelf een grotere rol in hebben dan we dachten….